1200. Iemand knollen voor citroenen verkoopen,
d.w.z. iemand iets van geringe waarde als iets kostbaars in de hand stoppen; hem met ijdele praatjes bedotten, foppen, misleiden; synonieme uitdrukkingen zijn of waren: iemand appelen of eieren voor citroenen, paardekeutels voor vijgen, kladbeeken voor diamanten, britten (of kluiten) voor turven verkoopen (of tellen); zie Campen, 82; Sart. III, 9, 5; Tuinman I, 132 en vgl. verder Gew. Weeuw. III, 26; W. Leevend IV, 237; C. Wildsch. IV, 38; Spaan, 172: Ei lieve! latenwe malkander geen knollen voor citroenen, paardekeutelen voor vygen, of pekelharingen voor posten verkoopen; V. Janus III, 200; het Ndl. Wdb. II, 551; III, 2048; M. de Br. 29; Nkr. V, 19 Febr. p. 6; 10 Juni p. 4; Antw. Idiot. 162-163; Joos, 71; Taalgids IV, 286; Afrik. iemand knolle vir sitroene verkoop; fri. immen stront for saffraen forkeapje; in het hd. einem ein X für ein U machen; iem. Mausedreck für Pfeffer verkaufen; fr. faire accroire à qqn que les vessies sont des lanternes; eng. to make one believe that the moon is made of green cheese.