Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 472]
| |
1190. De klop is (of staat) er op,d.w.z. zij is acht en twintig jaar, waarvoor ook gezegd wordt de dut is er op (Draaijer, 9; V. Schothorst, 122) of zij is gedut; zij komt op de klompenmarkt zitten (Harreb. I, 417). Vroeger, tot op het midden der 19de eeuw (1846), bestond een zilveren munt, ter waarde van ƒ1.40, een achtentwintiger of goudgulden, zilveren florijn of zilveren gulden genoemd. Tot waarmerk was hier een stempel, een klop of een dut, op geslagen, die de goede van de te lichte (26 stuivers) onderscheidde.Ga naar voetnoot1) In Friesland luidt de zegswijze ook de klop stiet er op; in Groningen eveneens de klop is t'er op, waarvoor men ook wel zegt 't is een oude achtentwintig (Sewel 43; Molema, 207). Zie Harrebomée III, LXXXIX; Onze Volkstaal III, 93; De Cock2, 145; Volkskunde XVI, 109. Vgl. ook hij is boven den tik, boven de vijftig jaren, ontleend aan 't jassen-forceeën, waar men bij 't halen van 50 oogen, een tik geeft (Harreb. III, CXXXII). |
|