1161. Ergens de klad inbrengen,
d.w.z. in den handel: door te goedkoop te verkoopen, de markt bederven en vandaar iets in discrediet brengen, in waarde doen verliezen. Zie Halma, 266: De klad ergens in brengen, vendre à nonprix, donner sa marchandise ou sa peine à trop bon marché; Sewel, 391: Hy brengt er de klad in, he undersells his goods or he undervalues his labour; de klad is in dat boek, that book does not sell. In de 17de eeuw komt ze o.a. voor bij Huygens VI, 47, waar een kuiper zegt: Eens was mijn' neeringh goed: nu lightse meest in duijgen: de kladd is in de kunst. Zie ook Spect. IV, 52; Tuinman II, 122; Harrebomée I, 410; Antw. Idiot. 1814: de klad in iet brengen, de merkt bederven; de klad komt er in, de prijs daalt. Oorspr. zal de uitdr. beteekenen: vuil in iets brengen, het bezoedelen, knoeien; vgl. de gruit in iets brengen (Volkskunde X, 126; De Cock1, 75); fri. de klâdde der yn bringe.
Ook in de klad komen (een slechten naam krijgen) in St. L. 63: God, o god, as ik niet opzeg (een huurder), komt mijn huis nog in de klad.