1150. Kip
is in Amsterdam de naam voor een agent van politie (zie o.a. Lev. B. 23) en volgens Köster Henke, 33 ook die van een hond. Waarschijnlijk is deze laatste beteekenis de oudste, daar Kluge, Rotwelsch, p. 254 vermeldt: Hund, Kipp (anno 1791); eveneens bl. 323 (anno 1814) en bl. 482. Dit kip kan verwant zijn met het ww. kippen, pakken, grijpen, dat we o.a. kennen in: kip! ik heb je (zie no. 1151), zoodat kip eigenlijk beteekent grijper. Vgl. hiermede hd. barg. teckel, dashond, maar ook politieagent; Köster Henke, 13: dekkel, politieagent; bl. 54: poedel, agent van politie. Zie Smeris.