Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1141. Het kind van de rekening zijn,d.w.z. moeten betalen, het gelag moeten betalen (vgl. het fri.: hy moat de pot fortarre): alleen de nadeelen van iets ondervinden; het moeten ontgelden; gesjochten zijn; Zaansch: kust lijden; mnl. te coste liden. In Antwerpen zegt men hiervoor: den beer zijn (fri. hy is de bear); elders: de wees zijn (Schuerm. 36 a; Antw. Idiot. 1427); in 't Hagelandsch: de bok zijn, d.i. être le dindon de la farce (Tuerlinckx, 89); Joos, 80: den duts, uil, aap, het schaap van het spel zijn; fr. être la dupeGa naar voetnoot3) ou le boeuf. In de 17de eeuw komt voor het kind zijn (Coster, 36 vs. 799; ook Tuinman I, 278) in den zin van er leelijk aan toe zijn, gefopt zijn en ‘iemand voor het kind houden’ (V. Moerk. 278 of Kluchtsp. II, 184), ‘iemand voor den mal houden’, zoodat de uitdr. wellicht vergeleken mag worden met ‘de gek van de feest’ zijn, dat we aantreffen in Oogentroost, 303Ga naar voetnoot4). Later kan ‘van de rekening’ er aan toegevoegd zijn, door de gedachte aan ‘het gelag moeten betalen’. Zie Harreb. I, 405; Afrik. die kind van die rekening. |
|