Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1128. De kerk in 't midden (van het dorp) laten (of houden),Ga naar eind1128d.w.z. de zaak laten waar ze behoort, haar niet overdrijven, het niet al te dol aanleggen; ook een geschil zoo bijleggen, dat beide partijen tevreden zijn. Vgl. Harreb. I, 150: Laat de kerk in 't midden van het dorp staan; Het Volk, 1 Febr. 1913, bl. 2 p. 7: Wat meer voorzichtigheid in het voorspellen ten opzichte van de thuiswedstrijden is daarom aangeraden en we durven daarom nòch een Dordtsche nòch een Amsterdamsche overwinning te voorspellen, doch zullen de kerk in het midden laten en vermoeden dat het evenals bij Sparta een 1-1 wordt; De Ploeg V, 1 April, binnenzijde omslag: Dies zullen we, als tot nu, de kerk maar in het midden houden; W. Pik, Nieuwe Lectuur IIGa naar voetnoot2), bl. 192: Zij zou om de oude schuld gaan manen en ik vrees dat ze zich niet met een praatje zou laten afschepen. Daar is ze koopvrouw voor en houdt ze de kerk in 't midden van het dorp; F. Verschoren, Langs kleine wegen, bl. 126: Zorgen dat de kerk in 't midden van de parochie blijft staan; fri. tsjerke en toer (toren) moatte midden yn 't doarp bliuwe, men moet aller belangen zooveel mogelijk behartigen, eene zaak niet overdrijven; Boekenoogen, 812: recht is recht en de kerk in 't midden; Antw. Idiot. 639: de kerk in 't midden (van 't dorp) laten, het verschil in tweeën doen, een geding zoo scheiden en deelen, dat men van weerskanten tevreden zij; Claes, 105: Zorge dat de kerk in 't dorp blijft, zijne eigen of ook andermans belangen behertigen, niet verwaarloozen; Teirl. II, 125; Rutten, 110; Waasch Idiot. 186: Ge moet zien dat de kerk in 't dorp of in 't midden blijft staan, ge moet alles goed schikken, zoo schikken dat alles redelijk zij en blijve; hd. die Kirche muss (mitten) im Dorfe bleiben, warnung vor Ueberstürzung (Wander II, 1338); Lass die Kirche im Dorfe, kehre die Dinge nicht um; man muss es beim Alten lassen, an eingeführten Gebräuchen nicht änderen (II, 1342Ga naar voetnoot3)); syn. is het kerkje bij 't schuurtje laten staan, de feiten mededeelen, zooals ze zijn; het huisje bij 't schuurtje laten; het kastje bij 't muurtje laten blijven, in den zin van ‘het niet te dol aanleggen’. |
|