1120. Geeft den keizer wat des keizers is en Gode wat Gods is.
Eene zegswijze, die ontleend is aan Matth. XXII, vs. 21, en nu gebruikt wordt in dezen zin, ‘dat wij niet gewelddadig moeten ingrijpen in den politieken staat van zaken en tevens ons altoos door eerbied voor hetgeen heilig is en goed, door rechtschapenheid, waarheidsliefde, menschenmin moeten onderscheiden en alzoo de betamelijke hulde aan God moeten brengen’; Zeeman, 229; Laurillard, 81; Wander II, 1095; fri. jow oan 'e keizer hwet de keizer sines is, en oan God hwet God sines is; fr. il faut rendre à César ce qui est à César, et à Dieu ce qui est à Dieu; hd. gebet dem Kaiser, was des Kaisers ist und Gotte was Gottes ist; eng. render unto Caesar the things which are Caesar's.