Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1085. Capriolen maken,Ga naar eind1085d.w.z. bokkesprongen, kattesprongen (18de eeuw), kluchtige bewegingen maken; 17de eeuw: een bepaalden dans, een kuitenflikker maken; ook wel cabriolen genoemd (fr. cabriole), eene afleiding van het ital. capriola, bokkesprong. Bij Vondel I, 179, vs. 10: Die maeckten meen'gen spronck en luchte kabriol; De Brune, Wetst. I, 197: Eenige woeste capriolen en geitesprongen; Sewel, 378; Halma II, 108: Cabriole, kruldans, krulsprong, een losse sprong in 't danssen; Ndl. Wdb. III, 1966. In Kl. Brab. cambriolen maken; Antw. Idiot. 1626: cabriolen maken, van zijnen neus maken, beslag maken; fr. faire des caprioles; hd. Kapriolen machen (17de eeuw Kapriolen schneidenGa naar voetnoot3)); eng. to cut capers. |
|