Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1056. Iemand te kakken zetten,d.w.z. iemand op een voor hem onaangename wijze te recht zetten, hem op zijn plaats zetten, hem beschamen, met den mond vol tanden doen staan. De zegswijze komt in de 17de eeuw ook voor in den zin van iemand beetnemen; zie Scheurleer, Van Varen en van Vechten I, 365 (a. 1652): Dus men haer (de Engelschen) op 't Hollants stoeltje noch eenmael te kacken set; Gew. Weeuw. III, 23: Ik zet ze zoo meenigmaal te kakken zonder pot, doch ze geloofd my altyd; Spaan, 138; Tuinman II, 112: Men heeft hem te kakken gezet, dat is, men heeft hem lelyk laten zitten, verlaten en bedrogen. Een synonieme uitdrukking is het Westvl. iemand in den kakstoel zetten, hen bekukkelen en toef doen om des te gemakkelijker iets te bekomen en zijne gunst te winnen, dus iemand vleien. Het schijnt, dat eerst in de vorige eeuw de zegswijze de tegenwoordige beteekenis heeft aangenomen van iemand onder handen nemen; vgl. Mghd. 276: Wie weet nou niet wat debatteere is? Dat is iemand z'n vet geve, 'm te kakke zette; Handelsblad, ochtendblad, 21 Oct. 1913, p. 3 k. 3: Meermalen werden de ‘bourgeois’, anti-revolutionnaire en liberale (door een socialist) op de ‘pot de chambre’ gezet; Ndl. Wdb. VII, 901; fri. immen to kakken sette. Zie Iemand in de luren leggen. |
|