Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1004. Het is daar de zoete inval,d.w.z. daar wordt ieder altijd gastvrij ontvangen, onthaald; Sartorius II, 2, 82 noemt dit: 't huys van houdt-aen, een naam, die thans nog niet ongewoon is. Eigenlijk is de zoete inval een herberg, waar men uitstekend, aangenaam logies heeft; vgl. Kil.: Inval, receptaculum, diversiorum (herberg); sijnen inval hebben, divertere ad hospitem, recipere se. Later werd die naam gebruikt voor een huys van goeden inval, une maison propice ou on entre aisement, maison à tout venant (Plantijn), koekebakkerijen en winkels, waar zoet goed verkocht werd, met een uithangbord, waarop een man stond afgebeeld, die voorover in een suikervat, een stroopvat of een bijenkorf tuimeltGa naar voetnoot2). Zoo hing te Koevorden een uithangbord met de volgende zedelijke toepassing:
In den Zoeten Inval.
In 't quaet te vallen is eerst Zoet,
Doch het verandert ras in roet.
Maar dese Inval kan yeder gerijven,
Gij geeft geld, ik waar, elk kan hier eerlijk blijven.
In de 17de eeuw was de uitdr. vrij gebruikelijk; we vinden haar o.a. bij Winschooten, 323 en bij Poirters Mask. 305: Ghelogeert in den soeten Inval, en de duysendt vreughden; vgl. ook Halma, 246: Daar is de zoete inval, c'est là l'agréable entrée, tout le monde est bien traité-là; Sewel, 363; Tuinman I, 117: In t huis houd aan, de zoete inval. Ook in het Oostfri. is zij bekend: 't is hir altid so 'n söten infal (Ten Doornk. Koolm. II, 127), evenals overal in Zuid-Nederland; zie Rutten, 293 b; Antw. Idiot. 1504: de zuten-inval; Antw. Idiot. 765; Teirl. II, 88 en Volkskunde XII, 168. In het fri.: de swiete ynfal of fal-yn; daarnaast huske fen hâld-oan, een rendez-vousGa naar voetnoot3). |
|