985. Elk huis heeft zijn kruis,
d.w.z. elk huis heeft zijn lijden, geen gezin blijft geheel voor leed gespaard, of, zooals in de 17de eeuw voorkomt, geen huys en vind-me zonder kruys (De Brune, 402); vgl. verder Goedthals, 55: Elck huysken heeft zyn cruysken; Sart. III, 2, 65: Elck huysken heeft syn kruisken; Heemsk. 204: Elck huysjen heeft syn kruys, elck 't syne vinden sal; Tuinman I,