Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend968. Houden van iemand,d.w.z. iemand liefhebben. In de middeleeuwen beteekent houden van iets in leen hebben van, iemands vasal zijn (fr. tenir (un fief) de quelqu'un), afhankelijk zijn; vandaar om iemand geven, zich om iemand bekommeren; ophebben met (vooral in de uitdr. vele van hem selven houden, d.i. hoogmoedig, ingebeeld zijn), waaruit zich de tegenwoordige beteekenis van liefhebben, beminnen kan hebben ontwikkeld; fri. fen immen hâlde. Zie het Mnl. Wdb. III. 632-634; Ndl. Wdb. VI, 1148, maar ook in het hd. halten von einem (sich im Sinne mit halten auf einen berührend), iemand hoogachten, met iem. ophebbenGa naar voetnoot1). |
|