965. Van daag Hosanna, morgen kruist hem.
Dit gezegde waarschuwt tegen de wuftheid van het volk, dat heden iemand toejuicht om hem spoedig daarna te verguizen en uit te stooten. Het is ontleend aan de lijdensgeschiedenis van Jezus, die na den plechtigen intocht in Jeruzalem later tot den kruisdood werd veroordeeld. Zie Matth. XXI, vs. 9: Ende de scharen die voorgingen ende die volgden, riepen seggende, Hosanna den sone Davids: gesegent [is] hy die komt in den Name des Heeren: Hosanna in de hoochste hemelen; Matth. XXVII, vs. 22: Pilatus seyde tot haer, Wat sal ick dan doen [met] Jesu, die genaemt wordt Christus? Sy seyden tot hem, Laet hem gekruycigt worden. Vgl. Zeeman, 291; Zondagsbl. v. Het Volk, 1905, p. 79: Wetende dat de hosanna-roepers van heden de kruist-hem-schreeuwers van morgen zijn; Nkr. VIII, 2 Mei p. 2: Zooals op het Hosanna! het Kruisigt hem! volgde, zoo volgt op den Julianadag de eerste Mei; hd. heute heisst es Hosianna, morgen kreuzige ihn (Wander II, 794); in het fri. krúst him! komt foart efter hosanna!