Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 370]
| |
men rijk is. In het mnl. komt de uitdr. voor in de Exc. Cron. 257 a; ook staat zij opgeteekend bij Sartorius I, 9, 37 met de verklaring: pro eo, quod est animo efferri: translatum a pecoribus, quae cornibus oppositis minantur. Vgl. Ndl. Wdb. XI, 1253; Lucifer, vs. 1717; Erasmus, CCXXIV; het eng. to show the bull-horns en no. 943. Den zin van: trotsch worden, zijne borst opsteken, de granen opsteken (mnl. en 17de eeuw) heeft de uitdr. ontleend aan de beweging van een hert, dat trots den kop in de hoogte steekt; bij Anna Bijns lezen wij haar in die bet. Refr. 322: Metten vercoornen vliet hooverdicheyt, steeckt niet op u hoornen yet; Sewel, 345; Halma, 227: Zijne hoorns opsteeken, zijn gezag toonen als men in bewind geraakt is; hd. seine Hörner aufstecken; fr. lever les cornes. |
|