948. Het hoofd loopt me om,
d.w.z. het hoofd, mijn gedachte, schijnt me als in een kring om te loopen, rond te draaien (eng. to reel); ‘uitdrukking van het gevoel van vermoeienis bij overgroote drukte van allerlei zaken, die tegelijk de aandacht vorderen, zoodat de geest onophoudelijk van het een op het ander moet overgaan.’ Vgl. Winschooten, 313: Mijn hoofd draaid mij, als een tol; Vondel, Sprookje van Reintje de Vos, 85: En zijn kop liep als een tol. In de 17de eeuw komt deze zegswijze voor bij Huygens, Hofw. 999: Ick wierd' er koortsigh af, en waer ick quam te wenden, daer draeyde my het hoofd; Vondel VIII, 492:
Zijn hooft liep om van zorge en nadocht, en de zinnen
Aen 't maelen, zwierden heene en weder.
Bij Hooft, Brieven, 355: U.E. zeidt wel de waarheidt daar aan, dat de tijdingen zulks zwindelen, en hassebassen, met elkandre te heeten liegen, dat'er eenen 't hoofd af ommeloopen zouw; Paffenr. 81: De kop loopt me om; Halma, 390; Tuinman I, 227: 't Hoofd loopt hem om, dat is, zyn herssens geraken aan 't draayen en maalen; Molema, 219 b: t lopt hom om kop, hij maalt; fri. de holle rint my om; de plasse mealt him; Ndl. Wdb. X, 398-399. In Zuid-Nederland: mijn kop draait (fr. la tête me tourne); hd. der Kopf schwindelt mir; nd. 't geit mi in'n Kopp rümm as'n Müllerad (Eckart, 285); eng. my head swims. In Twente: 'n 'kop löp mij oaver. Vgl. in ongeveer denzelfden zin: zijn hoofd verliezen; fr. perdre la tête; eng. to lose one's head.