Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 365]
| |
949. Met het hoofd tegen den muur loopen,d.w.z. iets ondoenlijks willen uitvoeren en niet slagen; iets onmogelijks willen ten uitvoer brengen; eig. met zijn hoofd door een muur willen loopen, en dan zich bezeeren.Ga naar voetnoot1) In de middeleeuwen in Grimb. I, 1808: Die met syn hooft wil dor den muer heeft dicke aventure suer; Mloep II, 2382: Wie lopen wil teghen die muyer mitten hoofde, die machet breken. Vgl. ook Goedthals, 54: Met den hoofde tegen den muur loopen, huerter la teste à la paroy; Winschooten, 356; Idinau, 16: Hy loopt metten hoofde teghen den muer
Die hem tegen d'overste, of maghtigher stelt.
Hy en wint niet anders dan schade seer suer.
Rust liever u hooft, en spaert u gheldt.
De saechtmoedighe behouden ten eynden het veldt.
Hooft gebruikt naar analogie van deze uitdr. in zijne Ned. Hist. 494: Met het hooft teegens den heekel loopen. Hoe algemeen de uitdrukking bekend geweest is, blijkt uit de vele bewijsplaatsen bij Harrebomée I, 327 b. Volgens Schuermans, 278 a, zegt men in Limburg: al met den kof tegen den stijl loopen of alleen: tegen de stijlen loopen, waarvoor wij ook zeggen: ergens leelijk tegen aanloopen; zie ook Ons Volksleven V, 181; Teirl. II, 173; Waasch Idiot. 364: met uwen (of den) kop tegen den muur loopen; Antw. Idiot. 1909: met den kop tegen den muur willen, tegen het heil in, iets onmogelijks willen doen. In het Friesch: mei de kop tsjin 'e mûrre oan rinne; fr. donner de la tête contre un mur; se cogner la tête contre un mur; hd. mit dem Kopfe durch die Wand rennen wollen (Wander II, 1529); eng. to beat one's head against the wall. |
|