Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

921. Blaffende honden bijten niet,

d.w.z. zij die een groot woord hebben, die dreigen, zijn gewoonlijk niet sterk in de daad, zijn niet te vreezen. Ook de Romeinen zeiden: canis timidus vehementius latrat quam mordet (Otto, 70); mlat.: nemo canem timeat qui non ledit nisi latrat; canes qui plurimum latrant perraro

[pagina 353]
[p. 353]

mordentGa naar voetnoot1). In onze taal vindt men het spreekw. in de 16de eeuw opgeteekend bij Sartorius III, 8, 78: blaffende honden bijten niet; Servilius, 120*: bassende honden biten selden; Winschooten, 336: de meeste blaffers de regte bijters niet en sijn. Zij is algemeen in gebruik gebleven, zooals blijkt uit Suringar, Erasmus, XXXIV; Bebel, 72 en eveneens in het Duitsch algemeen bekend; zie Wander II, 847: Hund, die viel bellen, beissen selten; Hunde, die viel bellen, beissen nit (p. 848); bellende Hunde beiszen nicht; enz. In het Fransch zegt men ook: chien qui aboie ne mord pas; in het eng. barking dogs never bite. Zie verder Sewel, 2: aanbassende honden bijten niet; Harrebomée III, 226; Waasch Idiot. 93 a; Teirl. 163: nen hond die bast en bijt niet of nen hond die bijt en bast niet en vgl. groote blaffers bijten niet ('t Daghet XII, 112.Ga naar voetnoot2))

voetnoot1)
Zeitschrift für D. Philologie, XXXVI, 133.
voetnoot2)
In anderen zin komt het spreekwoord voor bij Falkl. VI, 86: Je gelukkigste huwelijken waren kalmpjes in 't engagement. Blaffende honden bijten niet; vuren met veel vlammen geven niet de minste warmte.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken