Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend898. Hij is in den zevenden hemel,d.w.z. hij is opgetogen van vreugde, in verrukking, in de wolken, in de hoogste hemelen, of zooals men in de middeleeuwen zeide: hi hevet God in sine handen (later: bij de voeten); lat. digito coelum attingere, met den vinger den hemel aanraken. De uitdr. is volgens Zeeman, 280 ontleend aan ‘de Joodsche voorstelling, door de Christenen later overgenomen, dat er verscheidene hemelen waren, hetzij drie of zeven, in de hoogste van welke de tronen en machtigen zijn en steeds lofliederen gezongen worden tot Gods eer’.Ga naar voetnoot1) In de 17de-eeuwsche geschriften vinden we, vooral bij Vondel, meermalen melding gemaakt van negen hemelen (zie o.a. Joannes de Boetgezant, vs. 639 en Lucifer, Zwolsche Herdr. bl. 107). Marnix in zijn Byenc. spreekt van den dertienden hemel; en Rodenburgh van een elfden hemel, terwijl Paulus, II Kor. XII, 2-4 zegt, dat hij is opgetrokken geweest in den derden hemel (vgl. Con. Somme, bl. 335: Sunte Pouwels, die op ghetoghen was tot inden dorden hemel). In het Antw. Idiot. 549 en Teirl. II, 26: in den derden hemel | |
[pagina 344]
| |
zijn, dronken zijn (vgl. ons: zalig zijn); Waasch Idiot. 165 a: In den derden hemel zijn, zeer verheugd, opgetogen zijn; Ndl. Wdb. VI, 545-546; fr. être au troisième, septième ciel; hd. im dritten, siebenten Himmel seinGa naar voetnoot1); eng. to be in the third, seventh heaven. |
|