Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend899. Ten hemel schreien,Ga naar eind899veelal in de uitdr. dat schreit (ook schreeuwt, roept) ten hemel, d.i.: dat eischt wraak van God, dat roept luide om wraak, gezegd van misdaden of zeer onrechtvaardige handelingen. De uitdr. is ontleend aan den Bijbel, waar meermalen, vooral in het Oude Testament, vermeld wordt, dat ‘iemands misdaad of liever het door hem aangerichte kwaad om wraak roept tot God’. Vgl. Genesis IV, 10: Ende Hy seyde: Wat hebt ghy gedaen? daer is een stemme des bloets uwes broeders dat tot my roept van den aerdbodem; Jacobus V, 4: Siet, de loon der wercklieden die uwe landen gemaeyt hebben, welcke van u vercort is, roept: ende het geschrey der gene die ghe-ooghst hebben is gekomen tot in de ooren des Heeren Sabaoth. Vgl. ook Vondel, Noah, vs. 129: 's Menschen gruwzaemheên die schreien door de wolken heen. In denzelfden zin wordt gebezigd: t' Is God geklaagd; mnl. Gode sijt gheclaeght; zie Zeeman, 438 en Laurillard, 64. In Zuid-Nederland onbekend; hd. zum Himmel schreien; eng. to cry to Heaven. |
|