Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend859. Alle havens schutten wind.Ga naar eind859Vroeger ook alle hagen schutten (keeren) wind, d.i. elke mededinger (bij het houden van een winkel, enz.) gaat met eenig voordeel weg, dat anderen weer moeten missen (V. Dale5, 1994). Vgl. Meyer, Spreuken, 83; Tuinman I, 373: Dat brengt geen zooden aan den dijk, in 't tegendeel: Alle hagen schutten wind; Van Eijk I, 81: Alle havens (ook wel heiningen) schutten wind, d.i. dat men er altijd in zijn beroep, nering of verdiensten bij lijden moet, wanneer er ook anderen komen, die met ons hetzelfde beoogen en beproeven. Zie verder Harrebomée III, 208; Ndl. Wdb. V, 1333; VI, 133 en vgl. De Vrijheid, 8 Febr. 1922, p. 1 k. 3: Een gewaardeerd medewerker zou het voorbeeld der R.-K. Staatspartij en der S.D.A.P. willen volgen. ‘Uitgaande van het bekende gezegde, dat alle havens wind schutten, zou een zoo groot mogelijk aantal lijsten aan te bevelen zijn’, meent hij. Syn. Alle boomen vangen wind. |
|