856. Dat sluit als een haspel in een zak,
d.w.z. dat raakt kant noch wal; dat sluit als een tang op een varken of zooals Tuinman I, 342 citeert: dat vlijt zich als een zak met haspels; en bl. 85: dat past als een haspel op een moespot; Halma, 208: Dat sluit als haspelen in eenen zak, dat sluit gantsch niet; Sewel, 319; vgl. fri.: de hispel past net op 'e brijpot, ongelijke zaken of personen passen niet bij elkaar. Bij Marnix, Byenc. 129 v: Dat sluyt als een haspel op een vleeschpot; in de 18de eeuw ook: op een doofpot. Vgl. nog Harreb I, 290; Ndl. Wdb. VI, 104.