832. Hangen en verlangen.
Dat wil zeggen sterk verlangen; beide werkwoorden drukken hetzelfde begrip uit. Het wkw. hangen komt in dezen zin thans niet meer voor. In de middeleeuwen kende men hanghen nae (naer) iet in den zin van naar iets verlangen (fr. pencher; hd. hang, neiging). Zie Mnl. Wdb. III, 80; Ndl. Wdb. V, 2083; Rutten, 252: zich verhangen naar iets, gretig zijn naar iets. Bij Smetius, 73: Die hangt, die verlangt. Ook in het Westph. ik hange en verlange (Woeste, 92 b), waar het, evenals bij ons, de naam is van een pandspel.