831. Die geboren is om te hangen, verdrinkt niet,
ook wel die voor de galg geboren is, zal niet verdrinken (of verzuipen), d.w.z. de booswicht ontgaat de hem toekomende straf niet, men ontloopt zijn lot niet. Volgens Harrebomée III, 25 komt dit spreekwoord in de 17de eeuw voor bij Gruterus II, 134; Mergh, 13; zie verder Tuinman I, 291; 318; 353; Volkskunde XI, 18; syn. die tot een' koekoek geboren is, zal de horens niet gemakkelijk ontgaan; die tot vier oorden (of een penning) geboren is, kan tot geen stuiver komen; die tot een stuivertje geboren is, wordt nooit een dubbeltje, vertaling van infortunatus ad tres obulos homo natus, nunquam nummorum dominus valet esse duorum (Werner, 42); die geboren is onder een duyt-planeet, en zal noyt meester van een oortjen worden (De Brune, Bank. 231). In het hd. wer am Galgen vertrocknen soll, ersäuft nicht im Wasser oder was zum Galgen geboren ist, ersäuft nicht; er ersäuft nicht, das Wasser ginge denn über den Galgen, dat kan worden vergeleken met laat-mnl.: hy en sal niet verdrencken, soe veer alst waeter over die galge niet en gaet (Campen, 95; Meijer, 44); nhd. wer zur Jacke geboren ist, der kommt zu keinem Rock; wer zu drei Hellern geboren ist, der kommt nicht auf zwei Pfennige; nd. was âm Galge sterve sall, wêd am Rhing (Rhein) niet versuffe oder sterv net em Bät (Eckart, 135); de to 'n knûst bakken is, word sin lêfen gin brôd; denn tu 'n Groschen üsz geboren, kömmt tu gennen Daler; denn tu 'n Fettmäntje geboren üsz, kann to genne Stüwer komme, enz. (Dirksen I, 75; De Cock1, 93); fr. ce qui est destiné au gibit ne se noie pas; eng. he that is born to be hanged shall (or will) never be drowned; hanging and wiving go by destiny. Zie Wander I, 1318.