785. Onder den hamer komen,
d.w.z. in het openbaar verkocht of verpacht worden, wat men vroeger noemde met den stock verkoopen, publica auctione vendere (Kil.). Deze uitdr. vindt wellicht haren oorsprong in de Noorsche mythologie, volgens welke Thor of Donar door middel van zijnen hamer bijv. wijding gaf aan een gesloten huwelijk. De Germanen wijdden eveneens verschillende voorwerpen aan eene godheid door middel van een hamer, waardoor aan die handeling kracht werd gegeven, waardoor zij werd bevestigd. Eene herinnering daaraan bewaart de gewoonte, dat de voorzitter eener vergadering door middel van een slag met zijn hamer een besluit bekrachtigt of de afslager door middel van dat werktuig den koop toewijst. In de middeleeuwen vinden we reeds: metten hamere vercopen (Mnl. Wdb. III, 68), in het publiek verkoopen; vgl. ook het nhd. unter den Hammer kommen, bringen; eng. to go, come to (or under) the hammer; fr. passer sous le marteau. Zie Noordewier, Nederd. Regtsoudheden, 42 en 180; Taal en Lett. IV, 305; Schuermans, Bijv. 112 a; Ndl. Wdb. V, 1737 en Schrader, Wunderg. 183 vlgg.