Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend773. De hakken (of hielen) laten zien,d.w.z. zich van iemand afwenden, hem in den steek laten, ‘hem het gat toekeeren’; fr. montrer le cul. Vgl. in het mnl. die hielen laten bliken; zie verder Servilius, 191: syn lappen laten zien; Sart. 4, 61: sijn hielen laten sien, vertaling van lat. volam pedis ostendereGa naar voetnoot2); Pers, 405 b: de hielen laten zien; met de hielen schermen (Huygens, Oogentroost, 565); Idinau, 182: sijn lappen toonen, syn. van het 17de-eeuwsche de hakken (hielen) bieden, en verder Harreb. I, 273 b; Erasmus, CCXLI. In het fri. hja litte jo de hakken sjen, zij willen niets meer van u weten; in het Groningsch: de hakken zijn loaten. In het hd. Fersengeld geben; eng. to show one's heels; fr. montrer les talons, le dos. |
|