Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 293]
| |
wyld hier yn 'e nekke ha. Misschien moeten we denken aan wild groeiend haar, dat iemand in den neus prikkelt, jeukt, waardoor hij ongeduldig, of krieuwelig, kittelig, wild wordt; vgl. echter ook no. 755. Bij overdracht wordt dan wild haar of wilde haren genomen voor dartelheden, overmoedigheden. Zie het Ndl. Wdb. V, 1406; 1400; Sewel, 305: Hy heeft een wild hair in de neus, he is a hairbrain'd fellow, he is like to run into debauchery; Halma, 201: Een wild hair in den neus hebben, los en ongebonden zijn; Tuinman I, 34; Harreb. I, 269: Hij heeft zijn wild haar verloren. |
|