d.w.z. niets is zoo goed, of er valt nog wel iets op aan te merken; niets is volmaakt; hd. es ist kein Gold (oder Silber) ohne Schaum; fr. nul or sans écume; eng. no gold without dross; fri. gjin goud sonder skûm. Zie Goedthals 129: Ten is gheen coorne sonder caf, gheenen wyn
[pagina 279]
[p. 279]
sonder droessem, gheen goudt sonder schuym, chacun grain a sa paille; De Brune, 402: Gheen goud en vind-me zonder schuym; Mergh, 20: Geen gout sonder schuym; Van Effen, Spect. IV, 240; Sewel, 292; Harrebomée I, 253 b; Wander I, 1789.