Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend601. Iemand het gat van de deur wijzen,ook wel iemand het vierkante gat wijzen, d.w.z. iemand de deur wijzen, hem verzoeken of gelasten onmiddellijk het huis of de kamer te verlaten; mnl. enen door ende dorpel wisenGa naar voetnoot2). De uitdr. dateert uit de 16de eeuw; vgl. Campen, bl. 106: Ick wil hem tgat van der doere wysen. Dat het vierkante gat voor deur eveneens in dien tijd voorkwam, bewijst Kiliaen, die vierkant gat vertaalt door spatium ostii, en een plaats uit den Handel der Amoureusheyt I, 53: Ick wedde dat hy (Aeneas) zal ruymen den stal
En heymelijck kiesen 't vierkante gaetken.
De uitdrukking is thans in geheel Noord- en Zuid-Nederland bekend. Joos citeert bl. 77: iemand het gat van den timmerman wijzen; De Bo, 341: het gat uitgaan of uittrekken, de deur uitgaan; iemand het gat van den timmerman toogen; zie ook Antw. Idiot. 445; Waasch Idiot. 230; Teirl. 446; Schuermans, 138 a en 732 b; Tuinman I, 301 en II, 199; in het fri.: immen it fjouwerkante gat of it gat fen 'e doar wize. Syn. is het Antw. iemand de klink van de deur wijzen. Vgl. het hd. jem. zeigen wo der Zimmermann das Loch gemacht (oder gelassen) hat; einem die Tür weisen. |
|