Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend556. Eva's dochteren,dat zijn vrouwen of meisjes; ‘meest met eene bijzondere zinspeling op het denkbeeld, zoo niet van verleidingGa naar voetnoot3), dan toch van bekoring; ook wel van nieuwsgierigheid’ (Laurillard, 12); vgl. Adams kinderen (mannen). Volgens Harreb. I, 139 a wordt deze naam toegepast op nieuwsgierige meisjes of vrouwen; vgl. Teirl. 412: ge zijt 'n kerieuz' Eva; Tuerlinckx, 179: doe krieuze Eva! In Zuid-Nederland verstaat men onder een Eva ook ‘een verleidend vrouwmensch’ (Schuermans, Bijv. 80 b), terwijl in Noord-Holland en elders een Eva(atje) een morsboezelaartje, een klein schortje is (Boekenoogen, 203); fr. une fille d'Ève; hd. eine Evas (Evens-) tochter, meretrix (Kluge, Studentenspr. 89); eng. a daughter of Eve, an Eve's daughter. |
|