Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 206]
| |
of den droes, bij Bacchus te biecht gaan; zie Harrebomée III, 126; Antw. Idiot. 388; Waasch Idiot. 196 a; Jongeneel, 88; Joos, 105; Rutten, 59 a; Schuermans, Bijv. 74 b; Tuerlinckx, 166; Ndl. Wdb. II, 2533. Bij Zegerus (± 1550) komt de spreekwijze het eerst in hare tegenwoordige gedaante voor. Vgl. Doedyns, Merc. 431; ook Halma, 72: Bij den duivel te biegt gaan, se confesser au renard; dire ses secrets à un homme plus fin que soi, ou suspect, et intéressé, et qui en tirera en avantage; Wander IV, 1106: beim Teufel zur Beichte kommen, d.i. übel anlaufen; Eckart, 518: bi dem Düwel tor Bigt kommen; in het Friesch: hy komt by de divel to bycht. |
|