Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend501. De druiven zijn zuur.Dat wordt gezegd, wanneer iemand van datgene, wat hij graag zou willen hebben, doch niet kan krijgen, met verachting spreekt. De spreekwijze is ontleend aan de fabel van Aesopus, waar de vos, toen de druiven hem te hoog hingen, zei dat hij ze niet lustteGa naar voetnoot2). Ze komt reeds in het mlat. voor: divertit vescis vulpecula vitis ab uvis; zie verder Tuinman I, 107; Harrebomée I, 157: De druiven zijn zuur, zei de vos, maar hij kon er niet bij; de Klucht v.d. Gelukte List, 1689, bl. 26: Dat 's nou de snof (mode) de druiven diemen niet beklimmen kan zuur te noemen; Taalgids IV, 255: de Beeren sunt suur, sä de Fösz, un slog mit 'n Stärt an 'n Boom (in Oldenburg); Joos, 202 en Volkskunde IX, 207: de druiven zijn te groen; Wander, IV, 1248; fr. les raisins sont trop verts; hd. die Trauben sind (ihm zu) sauer; eng. the grapes are sour. Een andere gelijkbeteekende uitdr. luidde: t Is quaet water, seyde de Reyger, doe en conde hy niet en swemmen (Campen, 133). Ook is bekend: de druiven hangen hem te hoog, d.i. het is voor hem iets onbereikbaars, welke zegswijze eveneens aan deze fabel ontleend is. |
|