Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend449. Zoo dood als een pier,Ga naar eind449d.w.z. voor goed, geheel en al dood; eig. zoo dood als een pier, een aardworm, die slap aan den haak van een hengel hangt. In Vlaanderen zegt men volgens Joos, 14: dood als een pier, een musch, een muis, een kieken; Antw. Idiot. 366: zoo dood as 'ne pier, als 'ne steen; in hd. dialecten vindt men volgens Wander, IV, 1252: so däud as 'n Hucke (Kröte, | |
[pagina 176]
| |
huckedäud); so daud as 'n Méus; todt wie eine Sode; hd. mausetot; in het Engelsch: as dead as herring, mutton, ditch-water, a doornail, a smelt, enz.; in het Friesch: so dea as in loarte (drol), as in pier. De uitdr. dateert uit de 17de eeuw; zie Gew. Weuw. II, 48: t Kind is dood als een Pier; zie verder Langendijk, Wederz. Huw.bedrog, 827; Tuinman II, 235; Sewel, 637; Halma, 503; P.K. 79; Boekenoogen, 747: hij is pier of pierdoodGa naar voetnoot1); bij Querido, Jord. 298 wordt pierelemortes gevonden in den zin van het znw. dood. In 't Oostfri. so dôd as 'n pogge (kikvorsch) of poggedod. |
|