Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend394. Dagwerk hebben,d.w.z. den geheelen dag werk hebben, voortdurend bezig moeten zijn; vgl. Campen, 51: Ick hadde wel eenen heelen gantzen dach werck, solde icket u all vertellen. De uitdrukking komt in de 17de eeuw voor, o.a. bij Van Moerk. 317; verder bij Van Effen, Spectator IV, 145: O myn Heer, zo gy alles redresseeren wilde, gy had dagwerk. Zie ook Sewel, 166: Dagwerk, day-work, continual work; Boekenoogen, 129: Als ik dáármee beginnen wou, had ik wel dagwerkGa naar voetnoot3), daar kwam geen eind aan; Harreb. I, 112 b; Sjof. 242: As-ie je van alles wou gaan antrekken, dan had-je wel dagwerk; fri.: deiwirk hawwe. Hiernaast: Ik zou er wel dagwerk van willen hebben, van voordeelige of aangename bezigheden gezegd; Ndl. Wdb. III, 2244. |
|