Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 124]
| |
317. Een bord voor het hoofd hebben,d.w.z. onbeschaamd zijn, eene in het begin der 17de eeuw voorkomende uitdrukking blijkens Van Eck, 58: Sy hebben een bordt voor 't aengesicht (± 1603); Winschooten, 34: ‘Hij heeft een bord voor sijn kop, hij is seer onbeschaamd, en stout om iets te verzoeken’; Sewel, 134; Hij heeft een bord voor 't hoofd, he has a brazen face; Halma, 507: Hij heeft eene plank voor zijn voorhoofd, hij is heel onbeschaamd; Harreb. II, 187: Hij heeft eene plank voor zijn voorhoofd; Nest 107: Ik heb me maar eens in mijn leven geschaamd; nu draag ik een bord voor mijn hoofd; De Arbeid, 26 Nov. 1913 p. 3 k. 2: Het is toch een brutale moed om te ageeren tegen een stelsel, dat men zelf huldigt. De volksmond zou zeggen: hij heeft een bord voor z'n kop; 23 Oct. 1915 p. 3 k. 3: Dan komt Stenhuis vertellen dat wij met een bord voor den kop loopen, omdat wij onze bewering niet willen intrekken. De uitdr. kan eigenlijk gezegd zijn van een stier, wien men een houten bordje voor den kop hangt, opdat hij niet voor zich uit kan zien, en zoodoende geen kwaad kan stichten; vgl. het gron. 'n bolbret veur de kop hebben, in de hoogste mate onbeschaamd zijn, of ook 'n bret veur de kop hebben (Molema, 48 b; 507 bGa naar voetnoot1); in Twente: 'n bröd veur 'n kop hebben. Vgl. Dirksen I, 17: 'n bret för de kop ('n bulbret för de kop hebben) = gîn schâm hebben; fri. in board foar 'e kop habbe; hd. er hat ein Brett vorm Kopf, er ist dumm, einfältig; er hat Heu am Horne; fr. avoir du foin sur les cornes; lat. fenum habet in cornu, hoed u voor hem; eig. gezegd van een wilden stier, wien men hooi om zijne horens gewonden heeft. Eerder is te vergelijken een berderenGa naar voetnoot2) aanzicht hebben, een stijf, onvertrokken gezicht zetten, uit onbeschaamdheid; een stalen voorhoofd hebben en 't fri. in dûbeld fel foar de kop hawwe. |
|