316. Aan boord komen
in de uitdrukking iemand (met iets) aan boord komen in den zin van iemand op zijde loopen, naar hem toe komen om hem aan te spreken (fr. aborder), iemand lastig vallen, hetzij met woorden: onderhouden, de les lezen, met een voorstel lastig vallen; hetzij met daden: aanranden, te lijf gaan. Eene sedert de 16de eeuw gewone uitdrukking, die aan het zeewezen ontleend is en eigenlijk beteekent: een schip op zijde komen, hetzij met of zonder vijandelijke bedoelingen; zie Ndl. Wdb. III, 463-464 en vgl. no. 17 en 316.