Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend293. Iemand bont en blauw slaan,d.w.z. iemand zoo slaan, dat hij gele en blauwe plekken krijgt (vgl. fr. un bleu, een blauwe plek). Syn. van iemand de Rotterdamsche fooi geven (zie Winsch. 59; Sewel, 223; Halma, 145). Oorspronkelijk luidde deze uitdr. iemand blond en blauw slaan, waarin blond de beteekenis had van | |
[pagina 114]
| |
(geelachtig) blauw, in welken zin het nog in de Graafschap voorkomt (Draaijer, 5), waar men o.a. zegt: hij ziet blond van de kou. Omgekeerd werd in de middeleeuwen blond haar gelu haer genoemd. Vgl. in de 16de eeuw Stadr. v. Steenwijk, 307: Van ymande blont ofte blaudich te slaen. De uitdrukking blond en blauw (dialectisch nog bekend) dateert uit de 17de eeuw, o.a. bij Vondel, Klinckert voorafgaande aan den Palamedes: 'T en leed geen seven jaer, of Palamedes schaeu
By nacht, de tenten ging der Rechteren doorwaeren:
Die resen op verbaest met opgeresene hayren,
En sagen daer een' schim, mishandelt blond en blaeu.
Zie ook Anna Roemers II, 136; Coster, 193, vs. 1314; Westerbaen II, 731 en Kluchtspel III, 43. In de 18de eeuw treft men haar in dezen vorm aan, o.a. in Van Effen's Spectator I, 180, en bij Halma, 81 (op 77: blaauw en blond), doch ook reeds in de 17de eeuw komt ‘bont en blauw’ voor, o.a. bij Tengnagel, Amsterd. Linde-Bladen (anno 1654), bl. 26: 't Is nu omtrent een weeck geleen,
Toen wierdje bond en blaeuw getreen,
zoodat de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat de laatste zegswijze niet uit maar naast de andere is ontstaan; vgl. Ndl. Wdb. III, 367; II2, 2915. Te vergelijken is de 17de-eeuwsche uitdr. iemand grauw en blauw slaan, dat volgens De Bo, 386; Waasch Idiot. 265 en Antw. Idiot. 506 nog in Zuid-Nederland gezegd wordt voor blond en blauw slaan; iemand blauw en blot slaan (De Bo, 154); iem. zwart en blauw slaan (Teirl. 180); paars en pimpel (Frequ. I, 448); paars en blauw; het eng. to beat one black and blue; hd. jemanden braun und blau schlagen; dial. nd. einen mit Cölnischer Münte betalen; ook kölsch und blau schlagen (denk aan 't Keulsch blauw aardewerk.Ga naar voetnoot1) In Groningen: Sangenbloubont mos ie joen jong troefelen (Groningen IV, 191). |
|