Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend270. Een hoofd (een kop of een kleur) als een boei.Onder een boei verstaat men een voorwerp dat, op het water drijvende en met een touw aan het in den grond liggende anker vastgemaakt, de plaats aanwijst waar dit ligt; soms een eenvoudig blok hout of een stuk kurk, soms in den vorm van een dubbelen afgeknotten kegel als een vat uit houten duigen samengekuipt (tonnenboei) of van plaatijzer vervaardigd (ijzeren boei). Daar de boeien langs de eene zijde van het vaarwater rood geverfd zijn, verstaat men derhalve onder bovenstaande uitdrukking een hoogroode kleur hebben. Zie Winschooten, 29: Hij heeft een kop als een boei, dat is, hij heeft een steeg groot hoofd; Com. Vet. 55: Hoofden als boeyen en hersenen als van een Garn-ael (ook in Bank. I, 126); en verder voor de hedendaagsche beteekenis het Ndl. Wdb. III, 84-85; Noord en Zuid VIII, 358; Harrebomée I, 66; Nest. 57: Ze was geheel confuus en had een kop als een boei. In het Stad-Friesch zegt men een hoofd (of kop) als een boeier; in het Friesch: in kop as in boei; in Groningen: 'n kop hebben as 'n slai (houten hamer; Molema, 380 a); bl. 527: 'n kop as 'n poaskeai (zie ook V. Moerk. 438)Ga naar voetnoot1); een kop als een brul hebben (Goeree en Overflakkee2); bij Opprel, 50 a: zoo rood as en brul (stier?)Ga naar voetnoot2); vgl. Maastricht: een kop wie ene piepert, pijper, blazerGa naar voetnoot3); elders een kop als een bolle, en kop as en tuerhamer (Dr. Bl. 3, 45), en schatvat (Bergsma, 21); te Dieren: as 'n tuunhamer (een slei); N.-Brab.: een kop alsof hij de hel geblazen heeft. Vgl. ook zoo rood als een kreeft, een kroot, een koraal, een kers, een kalkoen, een kalkoensche haan, als bloed.Ga naar voetnoot4) |
|