Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend266. In de bocht springen.Meestal voor iemand in de bocht springen, d.w.z. voor iemand in de bres springen, in het krijt treden, iemand helpen, zijne partij opnemen, eene uitdrukking, die ook in Zuid-Nederland (Waasch Idiot. 127 b) en in het Friesch, Nd. en Oostfri. voorkomt. Ten Doornkaat Koolman I, 245 verklaart haar door in die Schranken treten en ziet in ‘bocht’ hetzelfde woord, dat wij nog hebben in melkbocht, dus een afgesloten ruimte, een met een staketsel omheinde ruimte; een perk, waarin dieren worden bijeengehouden.Ga naar voetnoot3) Deze uitdr. staat dus gelijk met ‘voor iemand in de mat springen’,Ga naar voetnoot4) waarin ‘mat’ beteekent de door een mat afgesloten ruimte, waar hanengevechten gehouden werden. Vergelijkt men hiermede andere uitdrukkingen als: in een leelijk parket zitten, in den kansel zitten (Westvl.), dan blijkt dat onze uitdr. eig. wil zeggen: ten behoeve van iemand anders springen in de plaats, waar hij opgesloten, in het nauw zit, waar hij niet uit kan. Steun vindt deze verklaring in het Westvl. uit den bilk springen, de discussie ontwijken, welk ‘bilk’ ook beteekent een weiland, door grachten of heggen afgesloten, waar vee geweid en bijeengehouden wordt, dus: een bocht. De uitdrukking is opgeteekend uit Van Effen's Spectator III, 191; V, 39; VI, 208; VII, 237; X, 77 en verder te vinden bij Rusting 486; Sewel, 130: Voor iemand in de bogt springen (iemand voorstaan), to take one's party, to protect one; bij Halma, 84: Voor iemand in de bogt springen, voor iemand een krakkeel opneemen, prendre le parti d'autrui, ou défendre sa cause; vgl. ook Ndl. Wdb. III, 22. Tuinman (I, 352; II, 54) meent dat de uitdr. ontleend is aan het touwtjespringen. In het N.-Brab. kent men in den boog springen, iem. vervangen, inspringen, waarbij aan 't touwtje springen moet worden gedacht. |
|