Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend245. Bladstil,d.i. zoo stil, dat geen blad aan de boomen verroert, loofstil. Vgl. in het Mnl. Wdb. IV, 762: Donre ende blexem dicken drait, daert een loof niet en wayt; Kil. Loofstil, tranquillus omnino; in Zuid-Nederland zoo stil als een loof; het en waait niet een loovertje, er roert geen blaadje, alles is bladstil (zie Antw. Idiot. 1879; Schuermans, 549; ook Hoeufft, 365); fri. blêdstil naast blakstil (eig. zoo stil, dat het water blak = vlak, effen staat; Ndl. Wdb. II, 2775; Bergsma, 52; Molema, 39). In het nd. kent men boomstill, bomenstill.Ga naar voetnoot1) Syn. voor ‘het is bladstil’ is het is haverzaaien, omdat dit alleen bij groote windstilte goed kan geschieden.Ga naar voetnoot2) |
|