234. Zijn bivac opslaan,
d.w.z. zich neerzetten, ergens gaan wonen; eene uitdr. ontleend aan het krijgswezen. Onder een bivac, ook bivouac (fr. bivac, bivouac, van het nd. bî-wake (bewaking) verstaat men een verblijf voor de soldaten in het open veld; Ndl. Wdb. II, 1753. Vandaar ook bivakken, in de open lucht slapen (fr. bivouaquer; hd. bivouakiren); bivakker, daklooze (Köster Henke, 9).