195. Met bekwamen spoed,
d.w.z. met passenden spoed. Het bijv. naamw. bekwaam heeft hier nog de vroeger zeer gewone bet. als afleiding van bekomen, dat eertijds passen, voegen (eng. to become) beteekende. Vgl. ook te bekwamer tijd, dat nog niet in onbruik is geraakt; Plantijn: Bequame tijt, temps oportun, temps convenable, oportunum tempus.