Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend151. Iets (met een krijtje) aan den balk schrijven.Dit zegt men van iets, dat weinig voorkomt, iets zeldzaams. Vroeger, en in sommige streken geschiedt het nog, schreef men merkwaardige gebeurtenissen aan de balken van de zoldering, waar het niet kon worden uitgewischt en gemakkelijk in het oog viel. Zoo teekent men in Friesland, in de herbergen aan den balk op, wie het eerst over ijs, op schaatsen of met paard en slee aangekomen isGa naar voetnoot2). Vandaar ook de fri. uitdr. hy stiet der (dat komt) oan 'e balke, ook figuurlijk als een waagstuk gelukt is. Den oorsprong dezer gewoonte zoekt A. Schultz, Deutsches Leben im XVI u, XV Jahrh. (Wien, 1892, II, 103) in het Driekoningenfeest: ‘der in dessen Stück der Pfennig sich findet (nl. het stuk van het driekoningenbrood) wird als König begrüsst, auf einem Stuhl gesetzt und dreimal | |
[pagina 63]
| |
mit Jubel hoch gehoben. Er hat ein Stück Kreide in der Rechten, mit dem er jedesmal ein Kreuz an die Zimmerdecke macht, das sie sehr in Acht nehmen, weil sie es als ein Schutzmittel gegen Unglück ansehen’. De uitdrukking dagteekent uit de 16de eeuw; ze wordt aangetroffen in Trou m. Bl. 112: Men schryft ghemeynlijck over al aen balcken: hy es zeer listich, die den duyvel can verschalcken. Bij Marnix treffen wij haar eveneens aan, doch met het toevoegsel ‘dat de kalvers het niet aflikken’Ga naar voetnoot1), zooals zij thans nog in Zuid-Nederland luidt (De Bo, 76); vgl. Byen-korf, 130: Is dat niet een lieflijcke ende heerlijcke ghetuyghenisse van den Duyvel ontleent, daer de H. Vaderen in 't voorz. Concilie de aenbiddinghe der Beelden mede hebben bevesticht? Sy is voorwaer weert dat mense op de Balcken schrijve, op datse de Kalveren niet af en lecken; Campen, 45: Teekendet ommer hoghe an, dattet die Calveren niet utlicken, bl. 44: Het is daerhen geschreven, dattet ghien Koe aflicket, noch gien Kreye uutkratzet (= Meyer, Spr. 21); Lichte Wigger 8 v: Ick sou 't oock met een crijtje aende balck hebben gaen schrijven, dat Coppen niet een glaesje hadde willen uitdrincken; W. Leevend VI, 5: Wel wat jaagt jou hier? dat mag wel met een krytje aan den balk; Sewel, 56: Men zal 't aan de balk schryven, 't is wat zeldzaams, we must indeed make a cross or cry miracle. Vandaar kon een streep aan de balk beteekenen iets bijzonders; vgl. Lvl. 34: Meneer Bijl, vanavond bij exceptie thuis. Deze streep aan de balk is oorzaak enz. Het Volk (Zondagsblad), 21 Febr. 1914 p. 2 k. 2: ‘Morgen’ zei ze laatst tegen me, ‘morgen blijf ik thuis.’ Dat is een streep aan de balk waard, merkte ik op, ‘dan is er zeker wat bijzonders?’ Zie verder het Schotsch: He may strike a hag (a stroke with a sharp and heavy instrument) i' the post, he has been very fortunate; fr. faire une croix à la cheminée, dat Halma vertaalt door een kruisje aan den balk schrijven; Ndl. Wdb. II, 924; VIII, 256 en over deze gewoonte Ter Gouw's Boek der Opschriften, 117-118Ga naar voetnoot2). Hiernaast bestond de uitdr. Het staat in 't kalverboek aangeteekend, het staat sekuur aangeteekend, wees maar niet bang, dat men het zal vergeten. Vgl. Meyer, Spr. 21: Het staet int kalverboeck geteekent: dye kalverens sullens daer niet wtlicken (anno 1550). Onder het kalverboek verstond men dan schertsend zulk een hooge plaats aan den wand of elders, dat zij onbereikbaar was voor de dieren. In Friesland kent men nog het kealleboek, politieregister van verdachte personen. In Deventer bestond in de 18de eeuw het kalverboek, register van onechte kinderen. Zie Ndl. Wdb. VII, 1034. |
|