116. In arren moede,
d.w.z. in gramschap, in toorn, in woede; t.w. bij de vermelding van een handeling, die iemand onder den invloed van dien hartstocht verricht. Het bijv. naamw. arre, mnl. in den regel erre, beteekent oorspr. verdwaald, spoorbijster (vgl. hd. irre); vandaar buiten zich zelven van aandoening of hartstocht, en vervolgens verbolgen, verstoord, toornig, welke beteekenis in de middeleeuwen reeds zeer gewoon was. Toen ook kwam herhaaldelijk voor in erren (arren) moede, waarnaast evenzeer met of van erren moede, in den zin van in een kwade luim, in een vlaag van drift, met een booze of dollen kop, in woede, in toorn, in drift. Zie Mnl. Wdb. II, 716 en Ndl. Wdb. II, 573-575, waar vele bewijsplaatsen, ook uit vroegere eeuwen, worden gegeven. Synonieme uitdr. zijn in euvelen moede (mnl. in evelen moede, van evelen moede) en in grammen moede (thans verouderd).