Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 33]
| |
81. Een amerij(tje).Dit woord wil eigenlijk zeggen een Ave Maria, een gebed tot de Heilige Maagd, en vervolgens bij overdracht een korte tijdruimte, zooveel tijd als noodig is om een Ave Maria te bidden, een kort oogenblik. In het Middelnederlandsch komt ‘Ave Maria’ als tijdsbepaling voor in: een Ave Maria lanck; evenzoo in het Mhd. eines Ave Marien langGa naar voetnoot1). Voor de 17de eeuw vgl. Van Moerkerken, 501, vs. 115 (een ameré); zie verder C. Wildsch. III, 47; Sewel, 48: Amery, amering (zie Van Effen's Spectator IV, 220), van Ave Maria samengesteld, instant; Halma, 32: Amerij of Amerings, is eigenlijk geen Duitsch woord en wordt voor Ave Maria gezegd. In een amerij, in een ommezien, in eenen oogenblik. Hiermede zijn verschillende synonieme uitdrukkingen te vergelijken, die in de middeleeuwen voorkwamen. Zoo leest men bij Maerlant, Troyen, vs. 4523: Soe langhe dat men hadde gheseit enen paternoster; ook Reynaert II, 5614: Eer men een paternoster soude lesen wael; II, 6082: Eer men eens credo had geseit. Zoo werden in de middeleeuwen misse en miserere (eig. een liturgie bij lijkdiensten) ook uitdrukkingen eener tijdsbepaling. Zie het Ndl. Wdb. II, 400; Chomel II, 914: Daar na zult gy ze een weinig over 't vuur zetten in de Pan, welke gy roeren zult den tyd van een Vader ons. Vgl. ook het 17de-eeuwsche: Eer men eene zoô mosselen sou kooken; eer een paard sijn oor likt; eer iemand drie tellen sou (Winschooten, 159); alle paternoster, ieder oogenblik; vgl. eng. in a-pater-noster-while. In Zuid-Nederland zegt men ook alle Vaderonzen, alle oogenblikken (Waasch Idiot. 836); een Ave Marye wachten (Loquela, 23); met een kruismakens, in een oogenblik (Ndl. Wdb. VIII, 436); ook op 'nen ik en 'nen gij. Volgens De Bo, 745: 't En duurde geen noeneslaan (d.i. in min tijd dan de uurklok twaalf slagen klopt); bl. 227: Zoolang als een hond op eene halve deure zit. Rutten citeert, bl. 245: Eenen Vader-ons wachten; bl. 274: een wees-gegroet wachten; hij kan geenen wees-gegroet stil zitten (Claes, 283), waarmede te vergelijken is het fr. cela n'a duré qu'un Avé; je reviendrai dans un Avé (Littré I, 260); hd. ein Avé (Maria) warten (zeldzaam); ein Vaterunser, Paternoster lang; Antw. Idiot. 955: in eenen perdominé; in Maastricht: 'n Amelaank, een Amenlang, d.i. een oogenblikje; fri. yn in amerij(-tiid); ook in amerijke gedild; gjin amerij stil sitte; in amerijtsje tiid (Fri. Wdb. I, 46 a). Vgl. het fr. sans avoir le temps de dire pipe. |
|