76. Een alibi.
Evenals alias komt dit woord als znw. in klassiek Latijn niet voor. Het beteekent eig. ergens anders, elders en wordt gebruikt in de uitdr. ‘zijn alibi kunnen bewijzen’, d.i. kunnen bewijzen, dat men op den tijd dat een misdaad gepleegd werd, op een andere plaats (= alibi) was. In het Fransch wordt het reeds in de 14de eeuw aangetroffen (Hatzfeld p. 70); fr. prouver l'alibi; hd. sein Alibi nachweisen oder beweisen; eng. to prove an alibi.