8. Altijd op hetzelfde aambeeld slaan (of hameren),
d.i. steeds op dezelfde zaak terugkomen, aandringen; vertaling van het lat. eandem incudem tundere (Cic. de Orat. 2, 39, 162). Vgl. fr. frapper toujours sur la même enclume; hd. immerzu auf einem Ambosz schmieden; fri. altyd op 't selde ambeld slaen.