Friesche lusthof
(1966-1967)–Jan Jansz. Starter– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 202]
| |
[124] [Kond' Orpheus stemme]aant.Stemme: D'Engelsche Kloke Dauns, &c. Fol: 44.
1.
Kond' Orpheus stemme,Ga naar voetnoot1
Kond' Orpheus spel,
Kond' Orpheus Liers-geklanckGa naar voetnoot3
De Dieren temmen,
5[regelnummer]
En wonder welGa naar voetnoot5
Doen danssen op zijn sanck;
So naer syn snaerGa naar voetnoot7
De Zee syn baren dringt,Ga naar voetnoot8
't Geboomt haer tacken dwingt,
10[regelnummer]
En met haer blad'ren springt.
O Dieren, Bomen, Zeen
Danst nu met alle re'en,Ga naar voetnoot12
Want myn Astraea singt.
2.
Syn eens door eenen
15[regelnummer]
Amphions geest,
En honigh-soete praet
De koude steenen
Beweeght geweestGa naar voetnoot18
Te danssen op de maet,
20[regelnummer]
Tot dat een Stadt,
Daer uyt (dewyl hy spreeckt)Ga naar voetnoot21
Met muyren sich opsteeckt,Ga naar voetnoot22
| |
[pagina 203]
| |
Iae deur de Wolcken breeckt.
O steenen luysterd weer!
25[regelnummer]
En danst nu thienmael meer:
Want myn Astraea spreeckt.
3.
Was eens gedwongen
Een Draeck seer fel,Ga naar voetnoot28
Te minnen met bescheydGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
Een Harders Iongen!Ga naar voetnoot30
Heeft d'Arend snel,Ga naar voetnoot31
Een schoone Griexsche MeydGa naar voetnoot32
Besind, bemind,
Iae vaeck om haer gedaeld,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
[125] Van daer de Sonne praeld,
En om haer heen gemaeld!Ga naar voetnoot36
Komt Vog'len, komt gediert
En nu van minne tiert,Ga naar voetnoot38
Midts myn Astraea straeld.Ga naar voetnoot39
4.
40[regelnummer]
Doch so de bomen,Ga naar voetnoot40
De steenen, 't Vee,
't Gevogelt uyt de Lucht
Niet strax kan komenGa naar voetnoot43
By mijn Astree,
45[regelnummer]
En danssen van genucht:Ga naar voetnoot45
Maer lang en bang
In droefheyds weyden graest:
Denckt dat kleyn liefd wel haestGa naar voetnoot48
Begind, en dapper blaest:Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Maer dat so groote min,
Als daeld van de GoddinGa naar voetnoot51
Astraea, elck verbaest.Ga naar voetnoot52
| |
[pagina 204]
| |
5.
Syn dan de beesten
So seer versuft,Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
Als sy Astraea sien:
Wat sal den Geesten,
Die met vernuftGa naar voetnoot57
Begaeft syn, dan geschie'n?Ga naar voetnoot58
Hoe seer! hoe veerGa naar voetnoot59
60[regelnummer]
Of elck den geest ontsinckt
Die van haer minne drinckt,
En op haer schoonheyd dinckt:Ga naar voetnoot62
'k Wed elck betoverd staet,
Die d'oogen open slaet,
65[regelnummer]
Als myn Astraea blinckt.
|
|