Friesche lusthof
(1966-1967)–Jan Jansz. Starter– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 116]
| |
[77] [Suyvere, schoone, vermaecklijcke Maeghd]aant.Stemme: What if a Daye, or a moneth, or a yeare.
1.
Suyvere, schoone, vermaecklijcke Maeghd,Ga naar voetnoot1
Van de Natura begaeft met hooge gaven,
Seght doch waerom myn elend' u behaeghd?Ga naar voetnoot3
En dat ghy my dus alleenigh hier doet draven?Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Sult ghy u niet mijen vanGa naar voetnoot5
u Dienaer te plagen,
Die niet langer lijen kan,Ga naar voetnoot7
noch in 't hart verdragen,
't Wreed gelaet, dat ghy slaetGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Op hem t'allen tyden,
Sal de dood uyt syn nood
end'lick hem bevryden.
2.
[78] Al wat in 't dal vanden bal hier in 't rondGa naar voetnoot13
Leeft, ofte sweeft, dat begeeft sich tot de ruste,
15[regelnummer]
Maer, ick moet swaerlyck, gevaerlyck gewondGa naar voetnoot15
Treen, vol geween hier alleenigh in onruste:
Schoone Son, myn troost, myn hart,Ga naar voetnoot17
Al laet ghy my klaghen,
'k Hoop niet dat ghy in myn smart
20[regelnummer]
Heb nochtans behagen,Ga naar voetnoot20
Lieve vreught van myn jeught,
Dus kan ick niet leven.
Wilt my noch, bidd'ick, dochGa naar voetnoot23
Eens genade geven.
| |
[pagina 117]
| |
3.
25[regelnummer]
Merckt, o Jongfrou, op de trou van myn min,Ga naar voetnoot25
En het gewichte van myn standvastigheden,Ga naar voetnoot26
Heb ick niet stadigh gevierd, als GoddinGa naar voetnoot27
U (myn vermaeck), en u gonsten aengebeden?Ga naar voetnoot28
Sult ghy dan myn trouwigheydGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
(O myn overschoone!)
Met so wreed', en straf beleydGa naar voetnoot31
Wederom belonenGa naar voetnoot32
Tegens reen? Ick hoop neen,Ga naar voetnoot33
Of ick iae moet vreesen,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Want ick weet, schoon en wreed
Kan by een niet wesen.Ga naar voetnoot36
|
|