Twe-spraack; Ruygh-bewerp; Kort begrip; Rederijck-kunst

[p. 207]

⁺Rederijxe Kunst-woorden verduytscht.

Rhetorica Rederijckunst

Rhetor Rederijker

Orator Reedner

Oratio Vertoogh

Eloquentia Welsprekentheid

Natura Natuur

Ars Kunst

Exercitatio Oeffening

Imitatio Nabootsing

Materia Stoffe

Finis Eynde

Quaestio Gheschil

Thesis Los gheschil

Hypothesis Verknocht gheschil

Genera causarum Zaackgeslachten

Demonstrativum Betooghzaam

Deliberativum Raadslaghigh

Iudiciale Oordeligh Status Hooftzaack

Iudicialis Oordelijck

Coniecturalis Vermoedelijck

Finitivus Uytbeeldelijck

Iuridicialis Rechtsprekelijck Qualitates Hoedanicheden

Honestum Betamelijck

Turpe Onbetaamlijck

Dubium Tweformigh

Humile Slecht

Oratoris officium reedners ampt

Inventio Vinding

Dispositio Beleding

Pronuntiatio Uytspraack

Elocutio Bewoording

Memoria Ghedenckenis Exordium Voorreden

Principium Openvoorreen

Insinuatio Bekruyping

Proprietas Eyghenschap Docilis Leerzaam Attentus Andachtigh Benevolus Ghunstich

Affectus Hertstochten Reus Ghewroechde

Narratio Vertelling Brevis Kort Dilucida Klaar Verisimilis Waarschijnlijck

Propositio Voortstel

Divisio Schifting Absoluta Voltoyt Paucitas partium Kleyndelicheid

Confirmatio Bevestighing

Refutatio Weerlegging Argumentum Bewijsreen Argumentatio Sluytredening Elevatio argumenti Ontsluyping

Peroratio Besluyt Enumeratio Hertelling Commotio Ontroering Accusatio Anklacht Vituperatio Versmading

Confirmationis loci Bewerings plaatsen Honestum Betaamlijck Utile Nut Legitimum Wettigh Facile Lichtdoenlijck Necessarium Noodlijck Tutum Veyligh/ wis Impossibile Ondoenlijck ^+Difficile Beletlijck

Circumstantiae Omstandicheden Res Ding Persona Persoon Locus Plaats Tempus Tijd

+ 29

+ 30

[p. 208]

Modus Middel Occasio De Waaren

Status juridicialis loci Recht-sprekelijken Hoofdzaax plaatsen

Natura Natuur

Lex Wet

Consuetudo Wennis

Iudicatum T'ghewijs Aequum T'billick Pactum Verbontenis

Artificialis probatio Sluytreen 1. Enthymema Slecht-besluyt 2. Dilemma Verstrickt besluyt 3. Enumeratio Ontraveling 4. Oppositio Teghenstel 5. Inversio Omdraay 6. Subiectio Uytvraghing 7. Aetiologia t'Waarom 8. Definitio per differentiam Scheeluytbeelding 9. Inductio Dringend besluyt 10. Collectio Zammelreen 11. Expolitio Verbreding 12. Ratiocinatio Reedners schiclijck besluyt of Redenering

Genera dicendi Sprekens gedaanten Humile slecht Medium Middelbaar Sublime Treflijck Elegantia Aardicheid Compositio Schicklickheid Dignitas Waardicheid Latine Duytslijck Perspicue Duydelijck Ordo Schicking Iunctura Voeghing Numerus Maat Comma Sne Colon Lid Periodus Volzin

Vitia in oratione Redens ghebreken

1.	Barbarismus Woestheid
2.	Barbaralexis Basterdspraack
3.	Soloecismus Wanschicklickheid
4.	Acyrologia Oneygenspraack
5.	Amphibologia Dubbelspraac
6.	Brachilogia Afbrueck
7.	Macrologia Tatering
8.	Tautologia Hatering
9.	Pleonasmos Onnodigh ghezeg
10.	Perissologia Qua Omspraack
11.	Homoeologia Pronckeloos
12.	Poikilogia Volpronck
13.	Cacozelia Mispronck

Tropi verborum Woord-walinghen

1.	Metaphora Byspreck
2.	Metonymia Verwisseling
3.	Synechdoche Vervanghing
4.	Antonomasia Vernoeming
5.	Epitheton Bynaam

Tropi orationis Sprueckwalinghen

6.	Allegoria By-sprueck
7.	AEigma^1) Raadsel
8.	Ironia Schars
9.	Mimesis Na-aping
10.	Mycterismos beghuyghing
11.	Periphrasis Omspraack
12.	Hyperbole Grootspreking

1) AEnigma.

Schemata verborum Woord-gestalten

13.	Repetitio Verhaling
14.	Conversio Na-verhaal

[p. 209]

15.	Complexio Omtocht
16.	Geminatio Dubbelering
17.	Ploce Zinwaal
18.	Conduplicatio Weerhaling
19.	Traductio Valwend
20.	Dissolutio Ontkopling
21.	Polysyndeton Verkopling
22.	Similiter desinens Rijm
23.	Similiter cadens Eens-vals
24.	Compar Silb-evening
25.	Paronomasia Lacker
26.	Antanaclassis Dubbelwoord

Schemata sententiarum quae ornant Cier-sprueck-ghestalten

27.	Interrogatio vraghing
28.	Epitrochasmos heef-vraagh
29.	Subiectio Uytvraghing
30.	Dubitatio Twijfeling
31.	Paradoxon Wonderreen
32.	Adynaton Onmogelijckheid
33.	Communicatio Beraadslaghingh
34.	Permissio Toelating
35.	Permissio per Dissimulationem Toelating schots
36.	Licentia vryspraack
37.	Aversio. Afkeer.

Schemata sententiarum quae ornant et augent Pronckrijcke sprueck-ghestalten.

38.	Auxesis Vergroting
39.	Tapinosis Verkleyning
40.	Emphasis By zin
41.	Synonima Lijck-woord
42.	Congeries Woordstapel
43.	Distributio brockedeel
44.	Paradiastole Verscheel
45.	Synoeciosis Scheelheel
46.	Frequentatio Prangreen
47.	Continuatio Anhouding
48.	Incrementum Rijzing
49.	Ratiocinatio Overhaal
50.	Metastasis Verschofling
51.	Gradatio Trapsprueck
52.	Contentio Strijdreen
53.	Commutatio Omstel
54.	Correctio verbetering
55.	Reiectio verwerping
56.	Praeteritio verby ghang
57.	Occupatio voorkoming
58.	Comparatio verghelijking
59.	Exemplum voorbeeld
60.	Similitudo Ghelijckenis
61.	Descriptio beschrijving
62.	Exclamatio Uytberst
63.	Parenthesis Inreding
64.	Digressio Zijd-ghangh
65.	Prosopopeia Personering
66.	Transitio Aftred
67.	Proverbium Wijszaagh
68.	Adagium Spreeckwoord

Metaplasmi figurae Rijmverlof

69.	Prosthesis Toezet
70.	Epenthesis Inzet
71.	Paragoge byzet
72.	Apheresis Aflaat
73.	Syncope Uytlaat
74.	Apocope Nalaat.
75.	Metastasis verschofling
76.	Anthithesis Wissel
77.	Sinaeresis Krimp
78.	Diaeresis Spalking
79.	Systole Korteling
80.	Diastole Verlanger
81.	Synoloepha Smeltklincker
82.	Ectlipsis Wechwurp.

FINIS.