Twe-spraack; Ruygh-bewerp; Kort begrip; Rederijck-kunst
(1962)–H.L. Spiegel– Auteursrechtelijk beschermdGa naar margenoot+Toe-eyghen-brief.Den Eerzamen/ Verstandighen Jan van Houten Secretaris der Stede Leyden.
Waarde vrund/ hier wort u E. toegheeyghent een smakelóze onrype vrucht/ die buyten twyffel verscheyden opspraack te verwachten heeft/ zó vande ghemene Rymers/ diet als Regheldicht klein achten zullen; als óóck van de ghene/ die hun vaerssen op voeghlycke maat dwingen/ ende met behóórlycke cieraat bekleden: de welcke hier stekelighe stóffe gheen ghoede voethouwing/ nóch enighe welstand bemerckende/ óóck gheen behaghen daar an zullen konnen hebben. Maar wy/ alleenlyck der leerlingen vordering beóghende/ hebben om henluyden het sommierlyck inhout dezes kunsts te bet in de ghedenckenis te doen vestighen/ t'zelve ghepóóght in Rym te vervatten/ ende dat met Regheldicht/ om ghedrongen rymwóórden te mijen/ óóck op enerley langte van silben/ met verwisseling van lange ende korte voeten/ van dubbel en enkel gheklanck/ zó wy best ghe-(4)kent hebben/ alles dienstigh tót beter onthouding. Dat u E. dan met deze toeeyghening kleyne dienst gheschiet/ hebben wy licht af te nemen: zulx is óóck onze wit | |
[pagina 162]
| |
niet/ maar t'is dienst voor t'ghemeen beste van u E. te trecken: om u de vordering dezes kunsts (die ghy over lang behertight hebt) te erinneren; u tót een kunstwecker te verzoecken/ by den E. Raad ende Hóghe Schole tót Leyden: die wy ons verdriest hebben/ onze Ruygh-bewerp dezes kunsts toe te schryven. Nópende het onschuldighen onzer faylen/ die zult ghy (als zeer wel wetende wat wel rymen is) best konnen ontschuldighen: anghe-merckt onze onmachtighe ghoede wil/ ende byzonder de onhandelbare stóffe die wy voor hebben: daar ghy óóck ten dele in ghehouden zyt/ als die hebt helpen porren dit onbeslepen werck int licht te brengen. Hy die ons alle ghoed ghunt/ ghunne u ghunstighe ghunner t'ghunt best is/ ende óóck uwe dienstschuldighe
Eglentieren
In liefd bloeyende. |